Moeite doen = liefde?
‘Kijk,’ knikt hij goedbedoeld als ik jammer over zoveel-te-doen-zo-weinig-tijd. ‘Een app waarmee je automatisch persoonlijke kerstwensen genereert, hoef je zelf niks meer te doen - handig.' Ik antwoord snuivend, met een vernietigende blik. ‘Ik weiger daarop te klikken'. Pff... Tuurlijk is zoiets een uitkomst voor vage collega’s of verre familieleden, maar als tool om mijn persoonlijke wensen voor dierbaren uit handen te nemen? Vooruit, ik bén wat strak in de leer op dit vlak - een rijmwoordenboek is al valsspelen - maar ik ervaar deze handreiking serieus als een totale belediging: ik wíl juist tijd en aandacht steken in mijn gefröbel, het móet enige moeite kosten. Misschien niet zoveel moeite als de buurvrouw van een goede vriend die elk jaar kerststalletjes van pinda’s knutselt voor de hele wijk, maar je begrijpt... Moeite doen = liefde. Toch?
We gingen er echt voor zitten, elk jaar weer: de kerstkaarten. Voor iedereen die we kenden. Iedereen. ‘Fijne kerstdagen en een gezond nieuwjaar + onze namen’ en via de halte rolodex (een papieren draaimolen van adressen) door naar het eindstation: de postzegel. Want, lieve kinderen, ooit waren postzegels nog geen stickers, je plakte ze vast met spuug – later bleek dat je voor grote aantallen ook een vochtige spons kon gebruiken, maar die lifehack kwam voor mij te laat. Voor nóg jeugdiger publiek: een postzegel is een betaald portretje van de koning dat je op een kaart of brief plakt. Een kaart of een brief is dan weer een analoge mail of handgeschreven Snap. Hoe dan ook...
Elke kerst likte ik me ’t leplazarus aan postzegels. Ja, het was op de automatische piloot, ja, het gebeurde onder lichte dwang, ja het was een milde vorm van kinderarbeid, maar toch... het gebeurde wel. Het was een vorm van betrokkenheid. We deden moeite. En dat is dus liefde, denk ik. Zeker als je het afzet tegen de alternatieven: een nieuwjaarswens op de socials, een appje, of de meeste passieve vorm van attent zijn... een wens of felicitatie op een groepsapp. Echt, bestaat er iets meer unbegeisterts dan publiekelijk aanhaken bij andermans felicitatie? Volgens mij niet. Natuurlijk bezwijk ik ook weleens onder dergelijke groepsdruk. Bijvoorbeeld als iemand besluit, na een zaaddodende inventarisatie van glutenvrije hapjes voor het kerstdiner, om het klassenapp-gesprek onnodig te reanimeren met een ‘Bedankt voor het regelen!’. Dan ben je zo weer een stuk of dertig ‘Ja, bedankt!' en een zwik goedbedoelde duimpjes verder. En je móet mee - je wil immers niet de indruk wekken dat jij níet dankbaar bent. Hetzelfde met publieke of collectieve felicitaties. Je kunt zeggen: het is beter dan niets. Maar, ís dat zo? Eerlijk: als ik bij mezelf opmerk dat ik een groepsfelicitatie afdoende vind, en daar geen 1 op 1-contact meer op loslaat, dan hangt diegene niet bijzonder hoog in mijn interesseboom.
Hang je daar wél, dan kun je bij De Hop regelmatig rekenen op bezoek van de postduif. Ook met kerst maak je kans. Káns. Want de tijd van massaverzending is voorbij: een kaartje sturen mag dan knus klinken, financieel gezien is het inmiddels een stuk minder knus. Tegenwoordig kost een postzegel bijna een rijksdaalder - zoals deze zin mij mijn jeugdigheid kost en me officieel mijn vader maakt #guldens.
En dan heb je dus nog niet eens een kaart. Of tekst. Niet dat kerstkaarten doorgaans te boek staan als tekstuele parels trouwens, want ze zijn zelden tot nooit op maat gemaakt. In de regel ontvangt iedereen - oud, jong, gelukkig, moe, verkouden, eenzaam, ver weg of dichtbij - dezelfde standaardwens, of een variant daarop. Vroeger zéker - met ruim 200 kaarten was het hele proces immers al arbeidsintensief genoeg - en toch... een gemiste kans. Ook hierin waan ik mij vaandeldrager in het terugtrekkende attentheidspeloton: elke kaart die mijn pand verlaat bevat íets persoonlijks.
Stél nou... dat december wat minder rammend druk zou zijn met werkborrels, wintervieringen en levende kerststallen, dan is die ene kerstkaart misschien wel hét moment om de ontvangende partij eens echt een hart onder de riem te steken, te bedanken of simpelweg te zeggen hoe knap, leuk en gezellig hij of zij is. Je neemt de tijd voor een persoonlijke boodschap, je doet (financiële en fysieke) moeite voor de verzending. Zo geef je de ander een klein beetje van je toch al beperkte tijd of head space. Dat is aandacht. Dat is moeite doen. De poging alleen al is waar het allemaal om draait. Want dat is liefde.
Ik lul mezelf natuurlijk volledig vast... want: nu ‘moet’ ik ook nog tig kerstkaarten schrijven van mezelf? Eh, wanneer dan, de zoutarme komkommerkrokodillen kruipen immers ook niet vanzelf op een kerstschaal de klas in. Ik ga mijn best doen... En voor iedereen die mij onverhoopt toch niet in z'n brievenbus vindt deze maand, vindt me daar wel op een willekeurig ander moment komend jaar, of ik verwijs je naar mijn digitale decemberknuffel in de vorige HOP, zonder postzegel, met alle vormen van liefde. Fijne dagen y’all en een gelikt nieuwjaar, see you on the other side in 2025!✌️
😍 Schandelijk ondeugend
In 2017 sprak ik meesterchoreograaf Hans van Manen. Vol liefde sprak hij over alle fijne mensen om hem heen: 'Mocht ik mijn vak niet meer kunnen uitoefenen, dan hoop ik nog wel te kunnen koken voor mijn vrienden. Ik creëer graag momentjes: dan bons ik op de deur van mijn buurvrouw Neelie [Kroes, red.] en roep: ‘Koffie... thee, limonade, sigaretten, chocolade en tabák!’ Even lekker kletsen, lachen, schandelijk ondeugend zijn, zalig. Ik heb het geluk dat ik altijd fijne mensen om me heen heb gehad; mijn heerlijke vriendinnen, mijn dansmuzes, mijn liefde Henk. Zij maken dat ik door het leven dans. Je bent toch niks zonder anderen?'
🙈 Zien.
Corny, cringe en flauwe ouwe meuk? Jazéker! Toch is het voor mij geen december zonder Home Alone I+II, The Gremlins en - ja sorry - National Lampoon's Christmas Vacation. Ik [hartje] The Griswolds. En doe The Sound of Music er ook maar bij trouwens.
🙉Horen.
Auditief verslonden in 2024, geen aflevering gemist: Europa Draait Door, De Spindoctors en The Rest is Politics US.
🐵Lezen.
Volgens mij al eerder getipt, maar voor mij hét boek van 2024... In onze tijd: leven in het calamiteitperk van Tim Fransen. Niet per se opbeurend qua mensheid en wereldbeeld, maar wel de realiteit.
🎄 En, natuurlijk, de ultieme leestip voor deze kerst: het volledige Hopschrijfsels-archief, een menu vol vraagtekens, herkenbaar (dagelijks) leed, chaotisch plezier en inspirerende wijze lessen van (on)bekend Nederland. Lichte snacks óf zwaardere gerechten met een luchtige saus. Eet smakelijk, lekker knagen! Kusjes, 'wij van WC-eend'.